In gesprek met… Chen
Ming Hou Chen
Tekst: Mélanie Struik
Het interview met glaskunstenaar Ming Hou Chen brengt mij naar een bedrijventerrein in Den Haag op de grens met Voorburg. Ming Hou Chen is een fenomeen in Voorburg en omstreken. Eenvoud in zijn werk is voor hem belangrijk. Hij speelt met spiegeleffecten in licht en vrije vormen. Zijn abstracte glaskubussen en -rechthoeken bijvoorbeeld tonen een optische verdraaiing van de werkelijkheid. Maar concrete vormen creëert hij ook, want hij houdt van spelen met glas en zoekt daarin steeds het experiment. Hij heeft in zijn inmiddels lange leven een enorm oeuvre opgebouwd en wordt kunstenaar van de maand bij Kunstuitleen Voorburg.
Ik kom binnen in een kleine ruimte die vol staat met apparaten en andere zaken – het glasatelier – om meteen twee trappen omhoog uit te komen in een werkplaats, ook vol met apparaten zoals een frees- en een boormachine. Daar starten we het gesprek. Ming (78) is driftig aan het opruimen en zal van alles tevoorschijn halen om zijn verhaal te illustreren.
Het glasatelier
“Ik wilde altijd al iets met mijn handen. Thuis speelde ik met elektronica en bouwde ik radio’s. Ik zag mijn vader thuis ook kalligraferen – chinees schilderen – en ging ook tekenen en schilderen. Na de lagere school ging ik eerst naar de LTS-elektrotechniek waar ik instrumenten leerde maken. De leraar daar raadde mij aan om vervolgens naar de Instrumentmakers-school in Leiden te gaan, richting ‘glas’. Dat was in de jaren zestig en is een goede keuze geweest. We leerden laboratoriuminstrumenten van glas maken en fijnmechanica. Kijk, dit werkstukje maakte ik in het eerste jaar: een bolkoeler. Hier liep ik mee vooruit, ik maakte al meesterwerkstukjes – zo heet dat nog steeds in ambachtsjargon – in het eerste en tweede jaar. Ik kreeg ook het vak ‘ontwerp en design van laboratoriuminstrumenten’ en dat vond ik heel leuk. Ik heb nog steeds een aantal laboratoria als klant en maak alles zelf, ook de metalen behuizing. Kijk, dit is een onderdeel dat ik helemaal gemaakt heb. Daar zit saffier-glas in.” Ik zie prachtig handwerk!
De bolkoeler
“Toen ik klaar was met school ging ik eerst werken bij een glasinstrumenten-makerij. Daarna ging ik als zzp-er verder en werkte voor bedrijven als TNO en de Technische Universiteit (TU) in Delft. Ik huurde in 1974 een pandje in de Weimarstraat in Den Haag met aan de voorkant een winkeltje en achterin een werkplaats. Daar begon ik naast mijn opdrachten ook kunstwerken van glas te maken, lekker spelen met glas. Ik ontwierp bijvoorbeeld kleine dieren van glas, zoals een teckel en varkentjes en maakte er ook nog kindertjes in de buik bij. Dat was helemaal nieuw, mensen gingen dat verzamelen. Ik heb er duizenden gemaakt.” Ming tekent ter plekke het ontwerp voor de teckel. “Ik kreeg ook veel opdrachten voor glaswerk waarop gegraveerd moest worden. Van alles, waaronder familiewapens en stadswapens of het wapen van een waterschap. Dat heb ik veel gedaan.” Er komt een boek tevoorschijn met werktekeningen en ontwerpen voor gravures op glas.
“Ik wilde grenzen verleggen en vond het ook leuk om dingen te maken die andere mensen ook leuk vonden. Mobielen van glas, van alles. Naast mij aan de Weimarstraat was een studentencafé, heel gezellig en leuk. Komt er een vraag ‘Ming kun je voor mij een glazen piemel maken’. Dat deed ik en dat was zo’n succes, de winkel was te klein. Zette je de piemel rechtop dan kon er een roos in. Ik maakte ook rozenvaasjes met een lange hals. Daar heb ik er ook wel duizend van gemaakt en een spin in een web van een meter bij een meter. Bomen van glas waren ook een specialiteit. Ik maakte een boom met 1000 blaadjes en ook de Dividiboom. Die groeit op Curacao en ik heb er vele gemaakt telkens een beetje anders.”
Reclamefoto uit het archief van Ming van de Dividiboom
Ondertussen pakt Ming van alles aan glaswerk vanaf planken hoog tegen de muur. Objecten die hij gedurende zijn lange leven heeft gemaakt voor vele individuele opdrachtevers en bedrijven en instellingen. Zo maakt hij voor de Haagsche krant Courant relatiegeschenken en dat deed en doet hij ook nog steeds voor de Gemeente Leidschendam-Voorburg. Hij ontwerpt ook glasobject die als onderscheiding wordt uitgereikt, zoals in september jl. nog tijdens het Huygensfestival voor de Cultuurprijs van de gemeente Leidschendam-Voorburg, een jaarlijks terugkerende opdracht.
“Ik was in mijn jonge jaren gefascineerd door de complexiteit van de instrumenten die ik maakte. Dat wilde ik in glas ook doen. En zo kwam ik uit bij het menselijk lichaam als inspiratiebron. Hoe complex zijn niet de organen: zo’n hart met al die vaten en kleppen. Ik maakte verschillende foetussen in glas, onder een antieke stolp. Die stolp neemt een vriend voor me mee die dol is op Franse brocantes. Voor een farmaceut maakte ik longen, voor cardiologen een hart van glas en voor een hersenchirurg hersenen met de hypofyse en allerlei details. Ik maakte ze allemaal in serie en geen enkel exemplaar was of is hetzelfde.
Ik maakte ook geleedpotige dieren zoals kreeften en dinosaurussen. Zoals een protoseratops waarvoor ik eerst een schets maak en daarna een werktekening. De schedel blaas ik op en de hoorns smelt ik op de neus. De botten van de voor- en achterpoten lijken op menselijke botten vanwege de scharnieren. Die maak ik apart en smelt ze later vast aan de romp. En dan de ribben: alles is van glas, soms apart gemaakt en dan aan elkaar gesmolten. En de onderkaak kan bewegen.” Ming laat het me zien. “Ik ben gewoon lekker bezig – met de dino alles bij elkaar zo’n twee dagen – en als het nodig is, verander ik het. Het moet anatomisch wel kloppen.”
Foetus onder stolp
De zaken in de Weimarstraat gingen goed en Ming startte in 1979 in winkelcentrum Babylon in Den Haag een winkel met luxe (cadeau-) artikelen van kristal en glas van alle topmerken uit de wereld, vooral uit Scandinavië. Dat was helemaal nieuw toen. Hij huurde een hoek met alleen maar beton waarin alles nog moest worden gedaan: het interieurdesign en de bouw. De winkel draaide op personeel en Ming was er zelf één dag per week. “De winkel heeft dertig jaar goed gedraaid en is gestopt toen Babylon grondig zou worden gerenoveerd. Ik woonde inmiddels al in Voorburg waar ik een atelier aan huis had. Dat was een oude boerderij met achteraan de oprit drie huisjes waarvan ik het laatste – dat was een oude koeienstal – had omgebouwd tot atelier. In 2013 verhuisde ik binnen de gemeente en nu heb ik dit extern atelier op een bedrijventerrein in Den Haag.”
“Ik exposeerde mijn werk vaak in de winkel in Babylon. Ook organiseerde ik exposities van werk van kunstenaars voor bekende Scandinavische merken, zoals het Finse Arabia en Iittala. Allemaal unica. Dan vroeg ik de ambassadeur van het betreffende land om de expositie te openen. Ze kwamen altijd. In Venetië ging ik op zoek naar werk van de Italiaans glaskunstenaar Alfredo Barbini (1912-2007), die een goede vriend is geworden en exposeerde dat in de winkel. Het was allemaal nieuw, nog nauwelijks vertoond in Nederland.”
De jonge Ming in de jaren 80 van de vorige eeuw
Ming Hou Chen werd een bekende naam en de grote opdrachten kwamen. “Voor een sheik in Koeweit maakte ik een olieboortoren van glas met allerlei elementen eraan. Voor het vervoeren daarvan moest een speciale leren koffer worden gemaakt. Ik maakte zes van die boortorens en bij het vervoer gingen er – ondanks de koffer – toch twee kapot. De volgende dag moest ik naar Koeweit komen, om ze te maken. Via de ambassade lag het visum klaar. Ik had aangegeven dat daar gezorgd moest worden voor speciale lijm en branders, het was er allemaal. Bijzonder hoe dat allemaal ineens kon. Toen ik daar was, kwam de sheik langs in een hele grote auto met van alles aan goud erin. Het dashboard was bedekt met rood fluweel. Hij is hier een paar keer geweest en toen kwam een Golfoorlog, daarna heb ik niets meer gehoord.”
Een van de boortorens in glas in opdracht van de sheik uit Koeweit
Voor kunstenaarsvereniging Artibrak in Voorburg maakte ik in 2003 een sculptuur met glas ter gelegenheid van hun 25-jarig jubileum. Het staat in de Herenstraat in Voorburg waar de vereniging ook een pand heeft.”
Voor het raam staat een aantal abstracte glaskubussen. Optische blokken noemt Ming ze. Er zijn diverse vormen aan en in verwerkt. “Dit is een spel met de lichtbreking. Schijnt de zon op de vorm binnenin of de vorm die aan de buitenkant is aan gebracht, dan krijg je ergens in de ruimte de prachtigste kleuren uit het kleurenspectrum. Het is een soort verdraaiing van de werkelijkheid omdat je andere dingen waarneemt dan er feitelijk zijn. Het roept de reactie op van ’hè, hoe zit dat nou?’. Ik hou van abstract: eenvoudige, strakke lijnen die voor verrassingen zorgen. Dit zijn experimenten die ik heel graag doe.”
De optische blokken waar Ming speelt met het zonlicht, en een foto van een van de blokken
Ming illustreert zijn onderzoekende geest en zijn gevoel voor experiment met nog een bijzonder verhaal. “Wij gingen vroeger met de kinderen vaak op vakantie naar Cyprus. De kinderen vonden daar op enig moment glasscherven. Ik zocht mee en vond stukjes gebroken glas, aftik-scherven en complete fragmenten van glas die met een pincet waren weggetrokken. Je kon de pincetknepen nog zien zitten. Wat bleek? We hadden een Romeins glaswerkplaats gevonden van honderd jaar na Christus, toen konden de Romeinen het al. Ik nam contact op met het museum in Limasol op Cyprus. De conservatrice daar kende de plek wel maar had geen materiaal gevonden. Het glaswerk dat ik had gevonden, waaronder mooie flesjes, moest ik afstaan. Wel nam ik veel scherven mee die ik hier omsmolt en waarvan ik flesjes en kommetjes heb geblazen met de techniek die de Romeinen toepasten. Dat Romeins glas blaast heel lekker. Ik maakte fantasiereplica’s en maakte ook de omgeslagen rand in het ontwerp van de Romeinen.”
De verzameling scherven gevonden op Cyprus
Ming’s glasatelier is eigenlijk vrij eenvoudig: een gasbrander vastgeklemd aan een tafel waaraan hij zijn creaties maakt. Het materiaal – glazen buizen, gekleurd en transparant – bestelt hij bij een fabriek. Voor zijn grote glasobjecten maakt hij gebruikt van optisch glas, dan zijn glasbroden die hij kan zagen, slijpen en polijsten. Er staat ook een snijmachine met een diamanten slijptol en een machine om te polijsten en Ming laat het me allemaal aan het werk zien.
Ming achter de gasbrander
Tot slot maakt Ming voor mij een vaasje met aan de bovenkant, naar Romeins voorbeeld, een omgeslagen rand. Aan de onderkant grafeert hij mijn naam, de datum, zijn naam en dat het om een unicum gaat. Apetrots verlaat ik het pand met mijn eigen Ming Hou Chen-unicum. Dank je wel, Ming!
—
