In gesprek met … Knirim

Hiervandaan

Tekst en fotografie: Mélanie Struik
Lost in a story

Voor het interview met Danièle Knirim hoef ik niet ver weg. Op zeven minuten fietsafstand van mijn huis tref ik haar in een piepklein atelier in Mariahoeve, een woonwijk in Den Haag. Ze had me er al voor gewaarschuwd. Haar studio, want dat is het, is ook nog eens bijna in tweeën gedeeld zodat haar vriend er zijn synthesizerverzameling in kwijt kan. De studio bevindt zich in het gebouw van Kunstpost, een verzamelgebouw voor kunstenaars en sociale initiatieven in de wijk.

Danièle in haar piepkleine atelier van 8 m2

Danièle – in de volksmond Daan – is er erg happy en heeft van de ruimtenood een deugd gemaakt: via een gang kom je in een ruimte van 8 m2. Overal aan de muur zijn plankjes opgehangen en andere simpele ophangsystemen waar bijvoorbeeld haar voorraad groot formaat papier aan hangt. Er staat een ladekastje en een bureau en de wand waar je tegenaan loopt is helemaal raam, zodat het (zon)licht fijn naar binnen valt. Wat het meest opvalt zijn de in verhouding vele oude boeken op boekenplanken ook langs het plafond. Danièle schildert met de schaar en is kunstenaar van de maand november 2021 bij Kunstuitleen Voorburg.

…waar zij uitkijkt op haar verzameling oude boeken

“Als kind was ik al aan het fröbelen. Ik wist ook al snel dat ik daarmee verder wilde. Op de middelbare school deed ik niets, ik was een buitenspeler, maar dat veranderde toen ik naar Nimeto in Utrecht ging. Dat is een heel praktijkgerichte MBO-opleiding voor etaleren, decoreren en standbouw die nog steeds bestaat. Daar heb ik heel hard leren werken: je moest er kleurenladders van groen naar oranje schilderen, dan schilder je twee kleuren in kleine stapjes naar elkaar toe. Dat moet heel precies zonder knoeien, en heel strak. Daarna moest je die ladders met dubbelzijdig rubbercement op elkaar plakken waarbij je natuurlijk geen lijmresten mocht zien. En als het niet goed was, werd je werk voor je ogen doorgescheurd. ‘Doe dit maar opnieuw’, was de boodschap, ’het ziet er niet uit’. Ik liep er twee etaleerstages: bij Maison de Bonneterie – mijn kennismaking met Den Haag – en bij Focke & Melzer. En toen dacht ik: ‘ik wil toch niet etaleren, ik wil liever tekenen.”

“Toen ben ik ‘illustratie’ gaan doen aan de Willem de Kooning Academie in Rotterdam. Daar moest ik de ambachtelijke handigheidjes die ik op Nimeto geleerd had wel weer afleren. Ze willen je op de academie ‘vrij’ hebben. Uiteindelijk koos ik toch weer voor het praktische want ik was meestentijds in het grafieklokaal. Schilderen vond ik ook heel fijn. Mijn docent schilderen zou met pensioen gaan en speciaal voor hem heb ik mijn studie met een halfjaar – tot aan zijn pensioen – verlengd. ‘Jij begrijpt kleur’, was zijn grote compliment en dat werkte erg inspirerend. Werken in 3D vond ik verschrikkelijk. Ik snapte het niet. Mijn moeder maakt sculpturen en ik begrijp niet hoe ze het doet, terwijl ik best ruimtelijk inzicht heb. Ik kan heel goed op voorhand inschatten of een tafel door een deuropening kan.”

“Na de academie, in 2001, begon ik samen met een partner een animatiestudio, met personeel en grote opdrachtgevers. We deden alles met papier. Eind 2016 stopte ik daarmee. Ik wilde hele andere paden in, weer dichter bij mezelf uitkomen met eigen werk. Ik werd aangemoedigd om voor mezelf te beginnen en te kijken of ik er mijn brood mee zou kunnen verdienen. Ik was wel steeds doorgegaan met eigen werk maken en verkocht best goed. Dat geldt ook voor het werk dat ik nu maak, al wisselt de verkoop wel. Ik zou natuurlijk alle opdrachten die op me af komen, kunnen aannemen maar dan ben ik bang te weinig aan eigen werk toe te komen. Daarom kies ik nu zorgvuldig en heb ik ook een paar bijbaantjes, voor wat reguliere inkomsten, maar vooral ook omdat ik dan collega’s heb. Want het werken in de studio is ook eenzaam.”

‘Mijn belangrijkste instrument is de schaar. Overal waar ik kom, koop ik schaartjes’

“Ondanks de aanmoediging van mijn docent ging ik niet schilderen. Collages maken werd al op de academie mijn vorm. Mijn belangrijkste instrument is de schaar, overal waar ik kom, koop ik schaartjes. Mijn belangrijkste materiaal: papier. In het begin maakte ik veel vogeltjes. Die fascinatie voor vogels vindt zijn oorsprong in mijn jeugd. Toen ik een jaar of elf was, zat ik op een vogelclub. Op zondag gingen we vogels spotten. De liefde voor vogeltjes is gebleven, hun manier van kijken vind ik nog steeds heel bijzonder.”

‘vogeltjes blijven een liefde’

“In 2018 deed ik mee aan een expositie in het Designkwartier in Den Haag, bij de Piet Heinstraat daar. Dat werd eigenlijk de start van mijn zelfstandige bestaan als kunstenaar. Ik had er een aantal vogeltjes hangen. Die waren erg populair. Iemand kocht er een en zei dat hij een boek van mijn vogeltjes wilde maken. Ik nam het niet direct serieus maar hij belde inderdaad snel daarna. Hij maakt alleen maar boeken over vogels, zei hij, en hij had een duidelijk idee: een vogel ABC zonder tekst in leporellovorm, zo’n harmonicaboek. Ik dacht toen nog ‘weet hij wel hoe kostbaar dat is!’ We zijn de vogels uit gaan zoeken en ik ben ze gaan maken. De vogeltjes landden uiteindelijk op de boekpagina en ik voegde er toch een tekstje aan toe. Het boek met de mooie titel Op vleugels van papier is er dus gekomen en het ligt, enigszins uitgesteld vanwege corona, nu in de winkel. De lancering was in Nook the Gallery in Den Haag, mèt een expositie van alle vogels die in het boek verwerkt zijn, die overigens binnenkort verhuist naar Boekhandel Paamstra in Deventer. Ik kan inmiddels geen vogel meer zien (hahaha).”

Het vogelboek op leporelloformaat

“Vanaf 2016 ontdekte ik de oude boeken. Ik was in een boekwinkel, trok een oud boek uit de kast en zag dat dat vol foxing zat. Dat zijn van die roestkleurige vlekjes op een pagina, een teken van veroudering van het papier. Aan de randen was het papier ook verkleurd. Ik heb toen een portretje gemaakt van een meisje met rood haar, want ik zag er een gezichtje in en sproetjes. Zo is het werken met het verkleurde papier uit oude boeken ontstaan. Die roepen bij mij de associatie op van menselijke huid. De verkleuringen van boekpagina’s – de boekhuid – is ontstaan door de tijd en ook de menselijke huid veroudert door de tijd en gaat pigmentvlekjes vormen. Ik ‘schilder’ nu huid met stukjes oud papier.”

en veroudering langs de randen, dat geeft een schaduweffect

“Ik werk graag in series. Uit de expositie in het Designkwartier eind 2018 kwam een expositie voort bij galerie Paper Art & Design van Loes Scheepens in Den Haag. Loes is papiermaakster en kunstenaar, heeft lang een ontwerpbureau gehad, zag mijn werk en vroeg of ik niet wilde exposeren. Ik maakte een serie – Undressed – van mensen die zich allemaal aan- en uitkleden. Ik vind dat een soort van een gevecht met kleding. Ik kreeg het idee toen ik een keer ging zwemmen. Wat een gedoe was dat aan- en uitkleden en dan nog eens in zo’n klein hokje. Ik vroeg me af hoe mensen dat deden. Dit idee werd de leidraad voor mijn vormen en ik zocht er papier voor de huid bij in mijn oude boeken. Voor het ondergoed vond ik in de boeken ook pagina’s met mooie patronen. Uiteindelijk werd het een serie die minder de strijd, dan wel een meer sensuele uitdrukking kreeg, een grappige wending.”

“Ik maakte ook de serie Unseen: mensen die net even achter dingen verdwijnen, achter een boom of achter een boek. Achteraf moest ik constateren dat wat je maakt ook vaak over jezelf gaat. Ik bleek zelf ook graag soms even onzichtbaar te willen zijn.”

“Daarna maakte ik een serie Floating Observations van springende en vallende mensen. Ik fotografeerde daarvoor mensen die aan het springen waren op trampolines van alle kanten. Van hoog naar laag vallen kreeg voor mij ook een andere betekenislaag. Hoog staat hier voor mij voor de enorme welvaart hier in ons land en dat wilde ik plaatsen tegenover de realiteit dat er ook mensen zijn die grote problemen hebben, die zijn ‘gevallen’. Neem bijvoorbeeld vluchtelingen of mensen die dag en nacht op straat leven. Ik kan me dat van mezelf niet voorstellen, wil dat eigenlijk ook niet. Die laag kwam erbij toen ik een zwerver geld gaf en een kennis van me daar iets over zei. Ik vroeg me af hoe iemand daar zomaar over kon oordelen. Ik vind het lastig dat mensen het allemaal zo goed weten voor een ander. Ik vind dat een aspect van onze welvaart waar ik niet gelukkig van word, waarin het mooiste van de mens niet naar boven komt. Er zitten altijd twee kanten aan een verhaal.”

“Mijn laatste expositie was in juni jl. in Sterksel, vlakbij Eindhoven. Daar is een galerie die ook werkplaats is voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt, met name mensen die lijden aan epilepsie. Er is ook een papier- en keramiekatelier waar regelmatig kunstenaars worden uitgenodigd om te exposeren, om de mensen die daar werken te inspireren. De expositie waaraan ik deel zou nemen werd uitgesteld door corona, wat me de tijd gaf om veel te wandelen. Al wandelend begonnen me de schaduwen die de natuur produceert, bijvoorbeeld door bomen, op te vallen.”

Schaduwhuid, 2021, 50 × 70 cm, van de serie Gioco d’ombra

“Ik heb toen veel schaduwen gefotografeerd, het was de meest mooie zomer ooit (2020), ik zag ze overal. Ik kwam in die tijd – net zoals zoveel anderen – ook dichter bij mezelf omdat je gewoon meer op jezelf was. Maar ik merkte ook het effect van het ontbreken van sociaal contact. Je vrienden en familie zijn toch een onderdeel van jezelf, dus als je ze mist kan je je een beetje verloren voelen. Het inspireerde me tot het maken van werk met transparante lagen. Het onderwerp werd vrouwen die de was op hangen. De vraag was hoe ik de schaduw op het wasgoed kon verbeelden. Ik ontdekte de schutvelletjes in oude boeken. Die bleken ook met de tijd te verkleuren, waardoor ik er heel mooi de suggestie van schaduw mee kon wekken. Ik voelde echt de uitdaging om het juiste stukje schaduw te vinden en heb geregeld vijf keer een arm uitgeknipt voor het goed was. Het werd een heel verstilde serie met de titel Gioco d’ombra net zoals de Undressed. Zie bijvoorbeeld dat bloesje in de zon waar een schaduw van een boom opvalt. Mijn moeder had er niets mee. Zij vond het als feministe een veel te rolbevestigend onderwerp. Ik vind dat heel grappig, hier is sprake van een generatiekloof. Bij ons in huis hangt mijn vriend de was op.”

“Ik werk dus met al deze mooie oude boeken die ik op rommelmarkten, kringloopwinkels en bij antiquariaten koop. Ik betaal er nooit meer dan drie euro voor. Hier in deze ladekast bewaar ik mijn ‘diamantjes’, van die prachtige dingen die ik vind in de boeken. Zo kan ik twee leuke dingen samen doen, want ik vind rommelmarkten aflopen ook zo leuk. Alles wat hier staat, heb ik doorgewerkt. Sommige staan hier nog omdat ik ze heel mooi vind. Soms kom ik een prachtige illustratie of mooi binnenwerk tegen. Daar durf ik niet meer in te knippen. Hier in dit groene binnenwerk durfde ik dat wel, het is een onderbroekje van een van mijn figuren geworden in de Undressed-serie.

De ‘diamantjes’ uit oude boeken in de ladekast
Het binnenwerk heeft vaak ook prachtige patronen. Dit patroon is gebruikt voor een onderbroekje in de Undressed-serie

“Ik hou van kijken naar kunst, zowel naar de moderne als naar de oude meesters. En ik ben een groot fan van kunstenaars als de Oostenrijkse kunstschilder Egon Schiele, de Mexicaanse kunstschilder Frida Kahlo, de Nederlandse architect en beeldhouwer John Körmeling, de Engelse beeldhouwer Andy Goldsworthy, de Amerikaanse schilder Andrew Wyeth, de Zweedse schilder Camilla Engman en de Vlaamse beeldhouwer Berlinde de Bruyckere. Bij de oude meesters ben ik het meest geraakt door compositie en kleur.”

“Van het hebben van een eigen bedrijf heb ik veel geleerd, ook het benaderen van mensen. Ik stap nu heel makkelijk op een galerie af. Er zijn drie galeries waar werk van mij hangt en er hangt ook werk bij de Kunstuitleen in Voorburg. Die tussenschakels zijn voor mij belangrijk, ik zou het lastig vinden om mijn eigen werk te moeten verkopen. Nu kan ik me richten op het creëren. Ik verkoop via mijn website, ook setjes met ansichtkaarten van mijn vogels, en ik gebruik de social media, vooral Instagram, om in contact te zijn met belangstellenden.”

“Ik merk wel dat de vraag naar mijn werk toeneemt. Dat is heel fijn maar – omdat ik tot nu toe alleen in originelen werk – kan ik die vraag eigenlijk niet meer aan. Ik ben nu aan het onderzoeken of ik van mijn werk ook hoogwaardige prints kan laten maken, zodat het toegankelijker wordt, ook qua prijs. Ik denk dat ik eind van het jaar zal moeten gaan stoppen met mijn bijbaantjes. En misschien ga ik ook nog wel eens schilderen. Spannend!”

In de Kunstuitleen exposeren we in november de nieuwste werken van Danièle Knirim ofwel Hiervandaan!

Nieuwsbrief
Kunstuitleen Voorburg
ontvangen

* verplichte velden


Nieuwsbrief archief

Site by Alsjeblaft!