In gesprek met … Van Toor
Ellen van Toor
Een oud schoolgebouw aan de Prinsengracht in Den Haag. Een vrolijk gezicht dat omlijst is met een bos zilvergrijze haren, doet open. Al op de trap, lopend naar de eerste verdieping waar Ellens atelier zich bevindt, begint het gesprek. Ellen blijkt vol te zitten met verhalen. En dan het atelier: een heerlijk grote ruimte met forse grote werktafels en langs de wanden groot en klein werk. Op de grond en in kasten allerlei – voor de buitenstaander waardeloze – materialen: oude verroeste rommel die Ellen met een magneet opvist uit sloten en vijvers en die ze samenbrengt met andere vormen om er een geassembleerd – samengesteld – kunstwerk van te maken. En bloem- en boombladeren waar ze sieraden van maakt, die ze ook verwerkt in haar schilderijen: “Het ligt allemaal op straat, zo mooi, daar kan eigenlijk niets tegenop.” Dat geldt ook voor allerlei ander oud materiaal als stukjes stof , behang en gebruikt schuurpapier. Volgens Ellen heeft dat wat oud is al een eigen verhaal en dat fascineert haar omdat zij in haar werk ook verhalen vertelt.
het atelier …met aan de wand allerlei werkEllen studeerde in 1981 af aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag in de disciplines tekenen en schilderen. Officieel ben je dan kunstenaar maar op Ellen was dat etiket al veel eerder van toepassing: “Wij woonden op de markt in Vlaardingen. Mijn familie had daar een distilleerderij, waar wij – mijn oudste zus en mijn tweelingzus – altijd speelden. Daar was een etikettenhok, zoals dat genoemd werd, en daar knipte ik de poppetjes uit de etiketten en ben ik begonnen met collages. Ik ben altijd blijven spelen met dingetjes, met alle mogelijke materialen. Mijn zussen ook. Uiteindelijk zijn we alle drie de creatieve kant op gegaan. Mijn oudste zus en ik zijn beeldend kunstenaar geworden, mijn tweelingzus is grafisch vormgever.”
Het opgeviste oud ijzer en de bloem- en boombladerenEllen heeft altijd dingen verzameld, ze heeft koffers vol met snippers en materiaal èn – heel apart – ze vist van alles en nog wat op uit sloten en vijvers: “Ik heb ook een grote voorliefde voor verweerde dingen: oud behang dat jarenlang in een huis heeft gehangen maar ook geroest materiaal. Ik fietste een keer in Leidschendam en zag jongetjes met iets vissen in het water. Ze hadden een stuk ijzer opgevist. Ik begreep dat zij dat met magneten boven water konden halen. Ik ben gaan zoeken op internet naar magneten en daar kwam ik het begrip ‘magneetvissen’ tegen, het bleek een hype te zijn. Ik heb meteen een magneet besteld en ben begonnen met vissen. In het begin vond ik niets, want – zo bleek – je moest wel de goede plekken kennen. Bij haventjes bijvoorbeeld vis je van alles op en dat soort spullen hebben de verweerdheid waar ik zo van hou. Ik heb zelfs een keer een schat gevonden. Ik vond op zo’n favoriete visplek een opgeviste kluis. De vinders waren er met de buit vandoor, maar ik zag allerlei kleine portemonneetjes liggen en losse parels, wat blauwe edelsteentjes, zilveren slotjes en het hardplastic deel van een paspoort. Daarmee kon ik de identiteit van de eigenaar – een vrouw – achterhalen, die ik gebeld heb. De kluis bleek acht jaar geleden gestolen te zijn. Er zaten sieraden in die haar moeder van haar vader had gekregen bij de bevallingen van hun kinderen. Ik heb de parels en de blauwe edelsteentjes weer tot twee halssieraden geregen en haar heel blij gemaakt. Dan word je ineens onderdeel van het verhaal van iemand anders.”
Regelmatig is haar eigen leven toch ook inspiratiebron. Ellen heeft een enorm visueel geheugen: ”Ik vertel mijn verhaal met beelden, niet met woorden. Soms begrijp ik niet waar dingen vandaan komen. Ik had een hele tijd iets met blokjes. Op enig moment kon ik dat terugbrengen tot mijn vroegste kindertijd. Wij lagen vroeger in een wieg waarvan de wanden bedekt waren met een stof met een blokjespatroon. Alsof ik nog steeds op zoek ben naar het patroon van die wiegstof. Mijn etsen met treintjes en bootjes zouden terug kunnen verwijzen naar het gordijn dat wij hadden in huis met daarop geveltjes van gebouwen en voertuigjes. Later woonden we aan de Maas, waar we de hele dag boten voorbij zagen varen, die figureren ook vaak in mijn werk.”
Collage van verf en stoffen, met bootjesHoe voed jij je creatieve ader? “Soms – als ik het even niet weet – moet ik een doe-ding doen en dan komt het wel weer: ik moet gewoon op mijn atelier zijn. Dat is een soort bron, daar ligt al dat materiaal en daar begint mijn scheppingsproces, vanuit het materiaal. Soms vallen dingen zo maar in elkaar, dan heb ik niet eens het idee dat ik iets maak, zo vanzelfsprekend gaat dat. Ik ben inmiddels ook een aantal keren naar India geweest, om daar te werken met een grafisch kunstenaar die nog met Corneille gewerkt heeft. Dat is een heel inspirerende man en met hem heb ik aan series gewerkt. Hij tuned in op jou als kunstenaar. Er was daar geen behang maar India is natuurlijk het land van de prachtige stoffen. Normaal hebben stoffen vaak een soort beeldtaal met lijnen, maar die Indiaase stoffen zijn al zo rijk en sprekend, daar kan ik niets aan toe voegen. Ik ben toen vormen uit gaan snijden, een heel bijzonder proces. Het is bij mij vaak niet nadenken maar doen. Het heeft mij nog vrijer gemaakt in de omgang met materialen. Ik ben er vier keer geweest, het laatst in 2015.”
Werk gemaakt in India, met uitgesneden stofpatronenOp de vraag of zij ook een ontwikkeling in haar werk ziet: ”Jazeker, uiteindelijk worden de dingen die ik maak steeds eenvoudiger. Eerst wilde ik met mijn werk heel bewust een verhaal vertellen, maar nu vertelt het materiaal het verhaal. Ik vind soms iets waar ik eigenlijk niets meer aan hoef toe te voegen. Op dit moment heb ik iets met handvatten en met sluitingen, zoals bij portemonnees.
Zelfgemaakte portemonneetjes“Hier maak ik een object met een spiegel, in het blik (van de stoffer). Het heeft als titel ‘Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, wie is de mooiste in het hele land’.”
‘Spiegeltje, spiegeltje aan de wand….’Ik geef mijn objecten ook gekke titels mee. Deze oude trein met handvat heet: ‘Travelling light’.”
‘Travelling light’Hoe zit dat met die handvaten? “Dat zou iets te maken kunnen hebben met houvast: die kun je zoeken maar je kunt ook nergens aan vast zitten, dan ben je veel vrijer.”
‘Handvaten’Naar vrijheid ben ik altijd op zoek. Ik maak ook heel veel werk met vogelkooitjes, bijvoorbeeld een vogelkooitje vol met theezakjes, en het deurtje staat altijd open. Het thema ‘vrijheid’ boeit me heel erg, maar ook vrijheid als kader. Dat geeft de ruimte om heel veel te kunnen doen. Maar voor iemand anders kan te veel vrijheid weer beperkend zijn en is een kader fijn”.
Ellens werk gaat over de basis, over de wijze van zijn van iemand, waar je iets mee uitdraagt: “Naar de wereld maar ook naar jezelf toe. Neem die spiegel in het blik: hoe kijk je naar jezelf en hoe kijk je naar de wereld. Anderen vinden mijn werk soms oppervlakkig, maar je moet bij mijn werk ook verder durven kijken. Neem de oude tasjes waar ik gek op ben. Dat is een mooie omsloten vorm, daar kan iets in wat je wilt bewaren, wat het waard is om te bewaren. Laatst vond ik in zo’n tasje een briefje, bestemd voor iemand in de gevangenis. Dat gaat over een heel leven waar ik geen weet van heb, maar het tasje wel. Met mijn liefde voor verweerde dingen vertel ik met al die verweerde materialen mijn eigen verhaal. Misschien komt het ook wel omdat ik een wit vlak best eng vind. En met de oude spullen heb ik al een verhaal.”
Ellen kan leven van haar werk. “Ik werk met heel veel galeries samen, die hebben het overigens moeilijk. Ook organiseer ik tentoonstellingen met mijn werk in – bijvoorbeeld – Pulchri, daarvoor huur ik dan een ruimte.” Het aantal opdrachten is door de financiële crisis wel teruggelopen. Maar af en toe zijn die er ook: ”Ik gaf eens een lezing bij een Haagse Rotary-club, waarna zij mij hebben gevraagd om steeds een geschenk te maken voor een spreker die zij voor hun thema-avonden uitnodigen. Ik pas zo’n geschenk dan altijd aan het thema aan. En verder heb ik mijn werk bij zo’n 30 Kunstuitlenen in het land staan. Dat is een fijne bron van inkomsten waar ik op verder kan. Grappig detail is dat Kunstuitleen Voorburg de allereerste was waar ik – lang geleden en nog met mijn vader – werk bracht. Voor de nabije toekomst wil ik als hommage een expositie in Pulchri maken van werk van mijn oudste zus, die vorig jaar is overleden. Ik wil ook onderzoeken welke raakvlakken er tussen ons beider werk zijn.”
Werk gemaakt van het metalen omhulsel van een champagneflesEllen ziet een ontwikkeling in de kunstwereld: “Er worden nu vaker tentoonstellingen georganiseerd rondom een maatschappelijk thema, zoals bij Pulchri, maar ook in Amsterdam, bijvoorbeeld over Sustainable Art. Kunstenaars wordt dan gevraagd om op zo’n onderwerp met hun werk te reflecteren. Het is dan wel handig dat ik met mijn werk vaak wel binnen zo’n thema pas.”
Tot slot: wanneer ben je tevreden, is een werk af? “Als ik er niet meer aan verder kan. Dan hoef ik overigens nog niet te tevreden te zijn. Dat kan best wel even duren. Soms moet ik ook even afstand nemen en kan ik pas na een poosje zien of iets ook echt staat. Het gekke is dat ik vaak iets anders mooi vind dan de meeste mensen. In sommige van mijn werken zit echt mijn hart. Als ik zo’n stuk dan verkoop, ben ik heel blij!”
Voor meer informatie: www.ellenvantoor.nl
Tekst en fotografie: Mélanie Struik, maart 2019.
Ellen van Toor onze ’Kunstenaar van de maand’. Van 3 april t/m 4 mei exposeren we haar werk in de Kunstuitleen, dat uiteraard voor uitleen en verkoop beschikbaar is!